WELKE BANDEN ZIJN BETER: SMAL OF BREED?

Bijna een eeuw lang wisten fietsers dat smallere banden sneller rolden. Sommige mensen hebben zich gerealiseerd dat bredere banden in theorie sneller zijn vanwege hun kortere contactvlak, dat vervormt tijdens het rollen. Maar de gedachte was dat in de praktijk de lagere spanning die gepaard gaat met bredere banden hun prestaties beperkte. Als je snel wilt gaan, kies dan voor smalle banden. De vraag rijst daarom: zijn smalle of brede banden sneller op de fiets?

Onze ADO-experts testten op echte wegen met een rijder op de fiets en ontdekten dat de toegenomen trillingen van de smallere banden energieverliezen veroorzaakten die de winst van de verminderde flex compenseerden. Deze veringsverliezen worden grotendeels geabsorbeerd in het lichaam van de bestuurder.

Hoe sneller we rijden, hoe hoger de frequentie waarmee onze fiets trilt, omdat onze banden bij hogere snelheden op oneffenheden in de weg rijden. Smallere banden verhogen echter ook de frequentie van de trillingen die ze overbrengen. Kortom, een fiets met smalle banden voelt sneller aan, maar kan ook langzamer zijn. Omgekeerd trillen brede banden minder en voelen daardoor voor de meeste fietsers langzaam aan.

Smalle of brede banden op je fiets? Wat betekent dit voor ons als chauffeurs? Dat we vrij onze bandbreedte kunnen kiezen zonder ons zorgen te hoeven maken over de prestaties. Dat betekent natuurlijk niet dat een brede toerband net zo goed luchtt als een smalle raceband. Het karkas bepaalt 95% van de snelheid van een wegband. Om goede prestaties te bereiken, heb je een soepele, hoogwaardige behuizing nodig. (De overige 5% is afkomstig van de dikte van het loopvlak.)

Samenvattend heeft de bandbreedte invloed op de rijervaring, maar niet op de snelheid. Als je het snelle gevoel meet van een racefiets die op de weg is aangesloten, wil je smallere banden kiezen. Als je superieure grip in de bochten wilt en de mogelijkheid om snel te rijden, zelfs als de wegen ruw zijn, kies dan voor bredere banden (zoals A20F+ ).